Bodemenergie is het gebruik van hernieuwbare warmte of koude uit de ondiepe ondergrond, tot 500 meter diep. Deze energie kan op een duurzame en doeltreffende manier gebruikt worden voor het verwarmen en koelen van gebouwen. We onderscheiden twee typen bodemenergiesystemen:

Open bodemenergiesystemen
Het open bodemenergiesysteem slaat zijn warmte en koude op in het grondwater [1]. Het grondwater bevindt zich in een watervoerend pakket tot maximaal 500 m onder maaiveld [2]. Door een bron te boren en ter hoogte van een watervoerend pakket filters te plaatsen, kan grondwater onttrokken en weer geïnfiltreerd worden.
Op deze manier kan in de zomer warmte worden opgeslagen in een ‘warme’ bron. In de winter kan deze warmte weer gebruikt worden voor de verwarming van gebouwen. Het warme water wordt afgegeven aan het gebouw en koelt hierdoor af. Dit afgekoelde water wordt vervolgens in een ‘koude’ bron opgeslagen, waarna het in de zomer gebruikt kan worden voor de koeling van gebouwen.

Gesloten bodemenergie
In tegenstelling tot het open bodemenergiesysteem, maakt een gesloten bodemenergiesysteem niet direct gebruik van het grondwater. Een gesloten bodemenergiesysteem bestaat namelijk uit één of meerdere lussen die samen het bronsysteem vormen. Door deze bodemlussen stroomt een medium, zoals water, eventueel aangevuld met een koelvloeistof. Door middel van geleiding vindt vervolgens uitwisseling van warmte en koude plaats tussen het medium in de bodemlus en de omringende bodem.

 

[1] Het grondwater is al het water dat zich in de ondergrond bevindt. Meestal is dit water via neerslag of uit rivieren en meren geïnfiltreerd in de bodem.

[2] Het grondwater bevindt zich in een watervoerend pakket. Een watervoerend pakket is een zandlaag dat water bevat dat (enigszins) kan stromen. In Nederland worden de watervoerende pakketten gevormd door zandlagen. Deze zandlagen zijn poreus, waardoor er veel water in opgeslagen kan worden. In Nederland worden zandlagen meestal afgewisseld met kleilagen. Klei is niet poreus en laat daardoor nauwelijks water door. Op deze manier zijn er in de ondergrond verschillende afgesloten watervoerende pakketten aanwezig die nauwelijks met elkaar in contact staan.

 

Bekijk de veelgestelde vragen