Dit hangt sterk af van de locatie en omvang van het zonnepark en van de ontwikkelaar. Er is momenteel nog sprake van een ‘onrendable top’ voor zonneparken (dus de investering voor de projectontwikkeling ligt hoger dan de inkomsten). Daarom draaien zonneparken gedeeltelijk nog op subsidie, die wel sterk is afgenomen de afgelopen jaren. De subsidie is bijna gehalveerd in twee jaar tijd. De hoogte van de subsidie is afhankelijk van een aantal factoren, waaronder de aanname dat ontwikkelaars en exploitanten een redelijk rendement op hun investering verdienen.
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) rekent met een rendement op het eigen vermogen van 9 procent over de looptijd van het zonnepark. Van dit rendement gaan nog wel de kosten af voor een optimale ecologische- en landschappelijke inpassing, mogelijke meerkosten in verband met het bouwen op vervuilde gronden, participatie van omwonenden, en personeelskosten voor het ontwikkelen en onderhouden van het zonnepark. Doorgaans komt de winst daardoor ruim onder de 9 procent uit over de 25 á 30 jaar dat het zonnepark duurzame elektriciteit levert. Hier wordt ook nog geen rekening gehouden met algemene kosten voor de bedrijfsvoering die niet projectgebonden zijn zoals projecten die uiteindelijk niet door gaan en kosten voor onderzoek.

 

Bekijk de veelgestelde vragen