Windturbines laten zich goed combineren met andere gebruiksfuncties, zoals landbouw, en hebben een relatief klein fysiek ruimtegebruik op de grond. Fundament, aanvoerweg en kraanopstellingsplaats zijn hooguit 0,1 ha per turbine. Rondom de turbine kunnen andere activiteiten plaatsvinden, zoals landbouw of de opwek van nog meer duurzame energie door zonnepanelen. De afstand tussen twee windturbines is enigszins afhankelijk van de indeling van het park ten opzichte van de dominante windrichting. De vuistregel is dat de afstand tussen turbines vijf keer de rotordiameter bedraagt. Op zee is de gemiddelde rotordiameter 200 meter en op land 150 meter.
Bekijk de veelgestelde vragen