Stel je hebt een turbine van 5 MW met een rotordiameter van 130 meter en een ashoogte van 130 meter. Als je uitgaat van een gemiddelde windsnelheid van 7,5 m/s dan draait deze molen gemiddeld 3500 vollasturen (VLU). Het aantal vollasturen is de tijdsduur waarin de energiebron effectief op vol vermogen energie heeft geproduceerd. Hij levert dan 5MW x 3500 VLU = 17.500 MWh per jaar productie.

ROTORDIAMETER HALVEREN BETEKENT 4 TURBINES IN PLAATS VAN 1 TURBINE
Stel we plaatsen op dezelfde locatie een windturbine die de helft kleiner is (2,5 MW, 65 m rotordiameter) maar behouden dezelfde ashoogte en dezelfde gemiddelde windsnelheid (7,5 M/s). Dan levert deze turbine gemiddeld 4375 MWh per jaar aan productie en heb je dus vier turbines nodig om dezelfde opbrengst te verkrijgen als één grote turbine (5MW).

OOK DE ASHOOGTE VERLAGEN BETEKENT RUIM 6 TURBINES IN PLAATS VAN 1 TURBINE
Stel je halveert op dezelfde locatie óók de ashoogte naar 65 meter. Dan wordt de opbrengst per windturbine nóg lager, namelijk 1068 VLU. Dit komt omdat de gemiddelde windsnelheid zakt, namelijk gemiddeld naar 6,3 m/s). Dan heb je dus meer dan zes windturbines nodig om dezelfde hoeveelheid elektriciteit op te wekken als één grote turbine (5 MW).

 

Bekijk de veelgestelde vragen