Onze energie-infrastructuur is nu nog grotendeels ingericht op fossiele bronnen, dus er zijn veel buizen voor het vervoer van gas en de elektriciteit wordt opgewekt door een beperkt aantal grote centrales, vanaf waar de stroomkabels steeds verder vertakken naar afnemers (huishoudens, bedrijven, industrie).
Doordat we steeds meer energie van zon en wind gaan gebruiken, zal het energienetwerk moeten worden aangepast: de opwek zal op veel meer locaties gaan plaatsvinden en vanaf daar worden getransporteerd. De keuzes die we nu maken—zoals hoeveel zon- en windenergie we opwekken en waar de opweklocaties komen—hebben invloed op hoe efficiënt het netwerk in de toekomst functioneert en hoe duur de aanpassingen worden.
Wat men hiervan daadwerkelijk van gaat merken: in sommige wijken zullen straten vaker open moeten voor de aanleg van nieuwe of zwaardere elektriciteitskabels. Er komen meer elektriciteitshuisjes en transformatorstations in woonwijken en bedrijventerreinen. Op bepaalde plekken, zoals langs snelwegen of in landelijke gebieden, kunnen nieuwe hoogspanningsmasten verschijnen. Ook kunnen windmolens en zonneparken in het landschap zichtbaar worden, afhankelijk van waar opwek wordt gepland. Tenslotte kan het netwerk op piekmomenten worden overbelast, waardoor sommige regio’s te maken krijgen met transportbeperkingen of gedwongen energiesturing. Meer informatie via deze link.
Bekijk de veelgestelde vragen